Legendarische clubiconen: het verhaal van Gilbert Demeyer en Michel De Dapper.
We duiken in dit exclusief interview met twee ware voetballegendes van KMSK Deinze, diep in hun glansrijke voetbalcarrières en onthullen de verborgen verhalen achter hun toewijding aan de sport. Met bijna 90 en bijna 95 jaar oud delen ze hun onvergetelijke momenten, reflecties op het moderne voetbal en hun voortdurende betrokkenheid bij de club die ze trouw hebben gediend.
Heren, laten we beginnen met een terugblik op jullie voetbalcarrières. Kan je ons vertellen hoe jullie in het voetbal zijn beland?
Michel: Ik heb altijd graag en veel aan sport gedaan. Lopen en voetballen deed ik van kindsbeen af. Als Petegemnaar was het enigszins logisch dat ik mij aansloot bij Sparta Petegem. Zo begon ik in 1942 op twaalfjarige leeftijd bij Sparta Petegem. Ik had ook aanleg voor afstandslopen en crossloop en daarom sloot ik me tijdens de oorlogsjaren aan bij de atletiekvereniging van SK Deinze. Ik won verschillende interclubmeetings. Maar mijn engagement bij de atletiekclub van Deinze viel niet in goede aarde bij Sparta Petegem. Ik kwam er in onmin en werd door de club aan de kant gezet. Toen stopte ook de atletiekvereniging en na de bevrijding sloot ik me dan effectief aan bij de voetbalclub van SK. Men was toen gecharmeerd over mijn kwaliteiten als polyvalante voetballer wat mij op mijn 17de , in het seizoen 1947-’48, reeds een selectie opleverde voor het eerste elftal.
Gilbert:. Ik ontdekte mijn liefde voor voetbal tijdens mijn jaren in het pensionaat te Oostakker. Ik mocht toen maar om de twee weken naar huis. Toch tekende ik in 1949, op mijn 15e, een aansluitingskaart bij SK Deinze. Als beloftevolle zestienjarige speler kreeg ik de kans de geblesseerde Van Compernolle te vervangen in het eerste elftal. Ik speelde dat seizoen vijf matchen en maakte 3 doelpunten. Maar ik combineerde het toen nog met wedstrijden met de beloften (wat toen ‘reserven’ heette).
Jullie hebben een aanzienlijke tijd samen gespeeld. Wat waren jullie positie en sterke punten als voetballer?
Michel: Ik was een polyvalente speler, van voorspeler tot rechtsachter. Mijn fysieke kracht en wilskracht maakten me waardevol, al was ik niet de meest elegante voetballer. Ik probeerde als kapitein een voorbeeld te zijn voor mijn medespelers maar ook voor de jeugd. Toch was ik geen tribunespeler. Ik bleef bescheiden, ook in mijn voetbalspel. De toenmalige voorzitter George Torck getuigde ooit: “Er zijn weinig of geen spelers in onze club die meer deden voor de voetbal als onze kapitein”. Toch een mooie appreciatie en erkenning die me steeds is bijgebleven.
Gilbert: Ik begon eerst als linksbuiten op de positie van Van Compernolle. Maar mijn favoriete positie was de 10, al speelde ik ook op 9 en 8. Mijn technische begaafdheid en gerichte doelpogingen werden gewaardeerd. Michel was de kapitein van de ploeg en ik ‘onderkapitein’.
Jullie hebben beiden SK Deinze trouw gediend. Hoe ver ging die trouwheid?
Michel: We tekenden toen een contract dat ons zogezegd altijd aan een club verbond. Het was nog geen tijd van managers die spelers constant benaderden. Alles verliep langs de voorzitter. Ik voelde me ook goed bij Deinze en we werden niet slecht betaald. SK was daarvoor gekend. Veel goede spelers kwamen graag naar Deinze spelen. Ik vernam later wel dat o.a. Union Doornik mij wou inlijven en ook VG Oostende toonde interesse. Zelf werd ik eenmaal via familie benaderd om te testen bij Lierse dat toen in eerste nationale voetbalde. Maar uiteindelijk zag ik de afstand niet zitten en ook omdat ik speler was van de Belgische Nationale Politieploeg. Ik speelde uiteindelijk 17 jaar voor SK Deinze. Op mijn 400ste wedstrijd werd ik gehuldigd. Ik miste weinig wedstrijden en bleef gelukkig gespaard van kwetsuren. In die tijd stond de medische begeleiding voor voetballers op een laag pitje. Een simpele meniscus kon toen al het einde van een carrière betekenen.
Gilbert: Transferaanbiedingen werden vaak tegengehouden door toenmalig voorzitter Georges Torck. Toch werd ik eenmaal getransfereerd, in het seizoen 1962-1963, naar VG Oostende omdat de toenmalige trainer, Robert Goethals, mij er absoluut bij wou als vervanger van Wilfried Puis die toen naar Anderlecht vertrokken was. VG Oostende legde in die tijd 90 000 BEF (€2250) neer aan Deinze. Daar bovenop moesten ze mijn verplaatsingen vergoeden. Oostende bleek in financiële moeilijkheden te verkeren en mijn contract werd stopgezet. Zo keerde ik sneller dan verwacht terug naar SK Deinze. Uiteindelijk bleef ik in totaal SK Deinze 12 jaar trouw, een periode die ik samen met Michel deelde.
Gilbert, hield je zelf iets over aan de transfer naar VG Oostende?
Mijn moeder was zeker gelukkig want ik verdiende in één keer 5000 BEF(€125), een som die ik slechts op een volledig seizoen verzamelde.
Michel, je zegt dat veel spelers graag naar Deinze kwamen voetballen omdat Deinze goed en correct betaalde. Mogen we weten wat jullie toen verdienden?
We kregen 350 BEF (€ 8,7) per gewonnen wedstrijd en zolang we bleven winnen kwam er per week 50 BEF (€1,25) bij. Bij verlies vielen we wel terug naar het basistarief. In die tijd was dat een mooie verdienste voor een ploeg in 4deklasse.
Michel, toch werd je op het einde van je carrière beschuldigd voor omkoperij? Vertel, wat gebeurde er precies?
Omkoping is duidelijk van alle tijden. Ik werd hiermee in de jaren zestig meermaals geconfronteerd en lastiggevallen. Omdat ik kapitein was van de ploeg, kwam men meestal eerst bij mij terecht. Maar ik weigerde pertinent hieraan mee te doen. Ik vond dit zo erg en toch werd ik de pineut en werd ik geschorst. Ik herinner me zeer goed enkele feiten. Zo moest Lokeren op een bepaald moment winnen van ons om zich te handhaven in bevordering. Ook Zwevegem kwam met geld over de brug om hen te helpen aan een kampioenstitel. Er werd op een bepaald moment aan iedereen van ons 500 BEF (€12,5) extra uitgedeeld om te winnen. Ik wou dat geld niet. Op de een of andere manier had de voetbalbond weet van de omkoperij in Deinze. Er dreigde een serieuze sanctie tegenover de club. Als kapitein zette ik de hele ploeg uit de wind en nam de verantwoordelijkheid op mij. De club heeft me toen ook gevraagd een document te ondertekenen en schuldig te verklaren. Ik was toen 35 jaar en einde carrière. Wat ik toen ook gedaan heb echt uit liefde voor de club. Maar ik kon de situatie niet verkroppen en geraakte erdoor in een zware depressie. Tot op heden blijft me dit nog altijd achtervolgen.
Bleven jullie na de actieve carrière betrokken bij het voetbal?
Michel: Ik werd vier jaar trainer van FC Leerne, van 1969 tot 1973. Daarna werd ik jeugdtrainer in Deinze, waarvoor ik me belangloos heb ingezet. Ik was ook jaren lang bestuurslid in het jeugdcomité.
Gilbert: Na mijn spelersloopbaan werd ik speler-trainer bij SK Nevele en betrokken bij de oprichting van CORGAS in het liefhebbersvoetbal. Ook volgde ik vele wedstrijden in het nationaal en internationaal voetbal als scout samen met mijn vriend en gewezen voetballer bij SK Deinze, André Van Maldeghem.
Jullie hebben ongetwijfeld veel meegemaakt. Wat zijn enkele van jullie meest gedenkwaardige momenten?
Michel: Ik heb kampioenschappen en degradaties meegemaakt. Mijn 400ste wedstrijd was een hoogtepunt, en de Europese titel met de Nationale Politieploeg in 1961 zal ik nooit vergeten.
Gilbert: Ik herinner me de barragewedstrijd tegen Moeskroen in 1955 en enkele kampioenschappen zoals in 1954 en 1959, iets wat ik samen met Michel beleefde. Ook de streekderby's hadden telkens een speciale betekenis
Blijven jullie nog steeds betrokken bij KMSK Deinze?
Michel: Zeker, ik woon in Deinze en ben bijna bij elke thuiswedstrijd aanwezig, zolang mijn gezondheid het toelaat.
Gilbert: Ik volg nog steeds regelmatig trainingen en wedstrijden, niet alleen bij KMSK Deinze maar ook bij Sparta Petegem.
Tot slot, hoe zien jullie de veranderingen in het voetbal door de jaren heen?
Michel: Het zijn andere tijden en vergelijken is moeilijk. Alhoewel de basis van het voetbal altijd gebleven is. Spelers worden veel meer en professioneler begeleid. De omkadering is ook totaal anders. Om maar een klein voorbeeld te geven. Wij kregen van de club onze uitrusting bestaande uit een trui, een short en een paar kousen. Voor de rest moesten wij zelf zorgen. Wij hadden zelfs geen trainingsbroek om ons op te warmen vóór de wedstrijd, zelfs niet tijdens de winter. Onze voetbalschoenen moesten we zelf kuisen. Het gras van het voetbalterrein werd wel regelmatig afgereden maar daar bleef het bij. Als ik zie hoe hier in Deinze het terrein er nu bij ligt als een pareltje.
Gilbert: Het huidige voetbal is financieel en qua normen totaal anders. De intensiteit en activiteit rond het hedendaagse voetbal zijn onvergelijkbaar met vroeger. Het voetbal van vandaag is een andere wereld. Het voetbal is meer totaalvoetbal geworden. Spelers zijn polyvalenter en beschikken over een groter loopvermogen. Er wordt hier meer intensief op getraind. Een verdediger moet al sneller de flank kunnen aflopen.
Bedankt voor dit boeiende gesprek, Gilbert en Michel. Het was een eer om met jullie te praten over jullie rijke voetbalgeschiedenis.
Ik wens jullie nog veel voetbalplezier met KMSK Deinze.